"A man needs a hobby". Fotografie dus, denkt U. 

Wel, eum, ja, maar vroeger was het dus sterrenkunde. Ook daar kon je lekker de materiaal freak ofte nerd uithangen, ben nog altijd trots op de Newton telescoop met een spiegel van 25cm, een brandpuntafstand van 2000mm en een gewicht van paar honderd kilo's die ik toen had.

Maar, soms kan je ook gewoon zonder materiaal naar de sterren kijken. Vooral als ze vallen.  Met ieder jaar, halverwege augustus, één van de hoogtepunten : de Perseïden. En dit jaar, 2018, was een ideaal moment, want de maan was er op de nacht van de maximale activiteit niet.

Het enige wat je nodig hebt is een donkere, echt donkere plek. Dat is geen evidentie, ook hier in de Jura. Bij vroegere pogingen strooiden zowel Genève als Annecy roet, eum, strooilicht, in het eten.

Samyang 14mm lens, iso 5000, 30s belicht, f2.8

Deze keer dus richting de Jura gereden, weg van de Genève vallei. Zo rond 21h30 hier vertrokken, over de col de la Faucille, richting het donkerduisterkoud gebied, vol met, bos. Problemeke : in de bos zie je geen sterren, ook geen vallende. Na veel rondrijden en zoeken toch een weide gevonden met open zicht, heel heel toevallig midden op een uitgepijld mountainbikeparkoers. Moet passen dat mountainbiken ook een hobby is/was van me. Neen, postzegels heb ik daar niet gevonden, hoewel dat dat ooit...

Strandstoel gepakt (neen, geen hobby van me), statief, camera en de twee lenzen die ik wilde gebruiken. Met het licht van een koplamp een plaatsje gevonden in die weide waar er geen koeienfonoplaten lagen, en me lekker zo geïnstalleerd dat de camera en het statief konden bediend worden al liggend in de strandstoel.

De temperatuur zakte snel onder de 10 graden, de twee fleecen en goretexjas en buff en muts kwamen goed van pas (neen, geen foto, sorry). De eerste drie uur en een half toch, want daarna werd het toch te koud. Maar toen had ik er eigenlijk al genoeg zien vliegen.

Vooraleer mijn vertelsement straks vervalt in een hoop technische informatie, eerst gewoon een paar fotookes van de melkweg.  Kwestie van wat opgewarmd te geraken, heb het ter plaatse trouwens ook zo gedaan. Eerst eentje met net zichtbaar het silhouet van een boom. Fotografisch is die boom belangrijk, om een dimensie aan de grootsheid van het spektakel te geven (applaus).

Het volgende beeld is een composietbeeld gemaakt van een aantal opnames met de 25mm breedhoek lens. Dit is de andere kant van de melkweg, die een pak minder helder is dan op de vorige foto. Maar, er staan wel een paar interessante dingetjes op.

Beetje ingezoomd. Rechts de Andromedanevel (een andere melkweg dan de onze), links de dubbele open sterrenhoop in Perseus. Tot mijn grote verbazing zie je de Andromedanevel beter op de foto dan met het blote oog. Die open dubbele sterrenhoop is interessant, omdat het punt van waaruit alle Perseïden lijken te vertrekken daar vlak bij ligt.


Om het nog wat duidelijker te maken, nog wat verder ingezoomd :

De Andromedanevel



Open Cluster in Perseus.

Om vallende sterren te zien, moet je één ding doen : kijken, turen, wachten, en nu en dan eens roepen "ooch, woow, wasda, amajie, miljaarde". In die drie uur en een half heb ik er toch zo een stuk of 100 zien vliegen. Een vallende ster herken je gemakkelijk, want dat is eigenlijk niet meer dan een heldere streep die zich als een flits voortbeweegt. In het Engels noemt men het trouwens "shooting star". Veel Perseïden gezien, waarvan vrij veel met een lichtspoor dat mooi oplichtte. En, opvallend, eigenlijk ook vrij veel meteoren die geen Perseïden waren. Het verschil ? Die andere komen van elders he.

 


Dit is mijn beste foto van een meteoor, globaal beeld en ingezoomd. Ik denk niet dat het een Perseïde is, want ze vloog de verkeerde kant uit.


De bedoeling was dus niet alleen om ze eens een nachtje goed te zien vliegen, er moesten er ook een aantal gefotografeerd worden, samen met de Melkweg.  En dat is net iets moeilijker dan dat turen, kijken, staren, wachten, en roepen. Zonder volledig te willen zijn, hier een paar bevindingen.

Om zoveel mogelijk kans te hebben er ene te vangen, moet je foto zo veel mogelijk hemel bestrijken. Dus niet de gewone 50mm lens op de camera schroeven, maar een breedbeeld lens. Op mijn vensterbank staat daarvoor de 14mm Samyang of de 25mm Zeiss Distagon. Hoe breder je kijkt, hoe meer je ziet, en dus hoe meer kans je hebt om een meteoor te vangen. Aja.

In de fotografie draait er veel om scherpte. Sommigen maken daar een absolute fetisj van, dikwijls ten onrechte. Maar bij de sterrekes is het toch wel beter dat een puntbron een puntbron is.

Je zou denken, zet gewoon je lens op oneindig, en et vwola. Maar dan trekt het op geen kl. Zoals op bijgevoegd voorbeeld van het sterrenbeeld Cassiopeia. De lijntjes zijn bijgevoegd voor de herkenbaarheid.  Ook de 25mm Zeiss lens heeft dat euvel, maar wel in veel mindere mate dan de Samyang 14mm.

Oplossing : gebruik het schermpje van je camera. Zoek ergens een heldere ster, draai de ISO (lichtgevoeligheid) omhoog en het diafragma volledig open (kleinste f waarde) en richt je camera op die ster. Daarna zo ver mogelijk inzoomen op je schermpje, en manueel scherp stellen. In eerste instantie zal je meestal zelfs gewoon niets zien, maar door voorzichtig aan de scherpstelring te draaien zullen de sterretjes opeens opfloepen tussen de ruis door. Daarom ook dat het interessant is om met een heldere ster te werken.
Dit is een gelijkaardige uitsnede van een foto met dezelfde lens. Gevolg is ook dat er opeens een pak meer sterretjes te voorschijn komen.

Nu, als je per ongeluk niet een ster, maar de planeet Jupiter gebruikt, kan je wel zwaar verrast worden als je er op in zoomt. Tijdens de maansverduistering van een paar weken geleden had ik het voor, en dan kwam er bij het inzoomen opeens dit beeld te voorschijn :

Deze foto is echter wel met een 300mm lens genomen. Maar tot mijn grote verbazing kan je er gewoonweg de vier maantjes van Jupiter mee zien, en het (overbelichtte) schijfje van de planeet.

Ik denk dat bij een juiste belichting (en als de planeet hoog genoeg staat) je met die lens zelfs de twee banden van Jupiter moet kunnen fotograferen. En bij Saturnus moeten de ringen zichtbaar zijn, maar dat is voor een andere keer.

Terug naar de Perseïden.
Nog altijd in de stoel liggend, lekker ingeduffeld, het statief en de camera nog binnen handbereik, en in de zak van de vest een paar koeken tegen een hongertje, ready to start ! 

Maar hoe gaan we de camera nu instellen ? 

Een eerste tip is om je statief goed stabiel te monteren, en je camera er echt vast op te schroeven. Het zou niet de eerste keer zijn dat de wind het ganse zootje omkiepert (ervaringsdeskundige). Doordat het statief vrij laag ingesteld was om al liggend de camera te kunnen bedienen, zat ik wel safe. Er was trouwens ook geen wind.

Deze foto is een voorbeeld van hoe de sterrenhemel er uit ziet als de camera tijdens de 10 seconden lange belichtingstijd rustig weg zakt. De lens was de 14mm, en je ziet aan de sterrensporen dat er wel degelijk nogal wat vertekening is van het beeld.

Iets anders dat helpt om de camera zo stabiel mogelijk te houden is de optie "belichtingsvertragingsstand". De vertalers van het Japans naar het Nederlands gebruiken dit fantastische woord om aan te geven dat als je op de "ik trek nu ne foto-knop" drukt, de camera nog een aantal seconden zal wachten om de foto daadwerkelijk nemen. De bedoeling is om de trilling die het duwen op de knop veroorzaakt zo veel mogelijk te minimaliseren. Dit is meer van belang bij het fotograferen van de maan, maar alle beetjes helpen. Het gevolg is wel een telkens weerkerende vloek als je de dag er na een andere foto wil nemen, want geen kat - vooral deze kat niet - die er aan denkt om die optie terug af te zetten.

Dan, diafragma. Hoe meer het diafragma toegedraaid is, hoe mee scherptediepte er is, en omgekeerd. Maar, de sterrekes staan allemaal op dezelfde afstand, gewoon oneindig ver weg, je hebt die scherptediepte nergens voor nodig. Het diafragma kan dus volledig open gedraaid worden. In een sterrenkijker (wat eigenlijk gewoon een objectief is) is er zelfs geen diafragma aanwezig.

Ander voordeel : omdat het diafragma volledig open gedraaid is, vang je ook het meeste licht.
Kleine opmerking hier bij : elke nerd weet dat sommige lenzen scherpere foto's geven als het diafragma een klein beetje toegedraaid is. Het is echter wel zo dat als je het diafragma één stop toe draait (bijvoorbeeld van f2.8 naar f4.0), je wel dubbel zo lange sluitertijd nodig hebt om evenveel licht te vangen. Het zou wel eens kunnen dat die veel langere belichtingstijd meer onscherpte zal veroorzaken dan je objectief, want er is altijd wel wat trilling in de luchtlagen. 

Volgende probleem : welke sluitertijd ?
Het is namelijk zo dat de aarde niet alleen rond de zon draait (je kan echter evengoed beweren dat de zon rond de aarde draait, maar dat zou ons nogal ver leiden), maar ook rond haar as. En dus beweegt het ganse firmament ongeveer één toer per dag.  Soms staat de zon dus boven de horizon (dan is het dag), soms niet (dan is het nacht).

Grote gevolg : als je te lang belicht, dan krijg je geen puntsterretjes, maar streepsterretjes.

Op het web zijn er allerlei formules te vinden die uitleggen hoe lang je mag belichten in functie van de beeldhoek van je lens. Een lens van 14mm heeft een bredere beeldhoek dan eentje van 25mm, dus daar zal je minder snel streepjes zien.
Ik kan dat allemaal niet onthouden, en dus is mijn oplossing : gewoon proberen. En na het nemen van de foto, er naar kijken op je schermpje, en zien of de sterrekes streepjes zijn of niet.
25mm lens, 30s belicht, wel sterk ingezoomd. De puntjes zijn streepjes geworden. Bij die lens moet je dus korter belichten.

Ander probleem : welke ISO ofte belichtingsgevoeligheid (DIN, ASA) ?
Zoals je weet moet je bij een verdubbeling van de ISO (van 100 naar 200 bijvoorbeeld), de sluitertijd halveren. Hoe hoger de ISO, hoe makkelijker je het licht kan vangen. Dus de ISO zo hoog mogelijk zetten ?
Ja en Neen. Probleem is dat om een mooi resultaat te krijgen, er wel wat nabewerking nodig is om de sterretjes deftig te voorschijn te toveren. Bij een te hoge ISO zal je echter niet alleen de sterretjes te voorschijn toveren, maar ook de ruis.


Dit is stukje van een foto met de 14mm, 10s belicht en ISO 8000. Je ziet de sterretjes, maar al de kleine lichtpuntjes die je ook ziet, zijn gewoon uitvergrote ruis. De dubbele lichten met de streep er tussen is dan weer een UFO, niks speciaals aan.

Uiteindelijk heb ik de meeste foto's genomen op ISO 2000 en een belichtingstijd van 10s. Achteraf gezien had dat met de 14mm eigenlijk best wel 20 seconden mogen geweest zijn. 

Tot slot, de nabewerking. Uiteraard zijn alle foto's in RAW genomen, en niet in JPG. Dit geeft gewoon veel meer mogelijkheden. Voor deze reeks heb ik Lightroom gebruikt, en geen Photoshop. Hetzelfde is uiteraard ook mogelijk in gelijk welk ander deftige fotobewerkingsprogramma. 
Een voorbeeldje : de niet bewerkte foto en de wel bewerkte foto. 


Tovenarij ? Fotoshoptruukje ?

Nope. Een RAW beeld is in feite te vergelijken met een negatief. Als je een negatief van een foto wil printen, dan kan je ook spelen met allerlei parameters  : belichtingstijd van je vergroter, filterkes op de lens van je vergroter, hardheid van het papier, hoe lang het papier in de ontwikkelaar laten liggen, en ga zo maar verder. Wel, bij de ontwikkeling van een RAW beeld moet je net hetzelfde doen. 

Is dat foesjelen ? Een "echte" foto komt toch gewoon uit je camera als .jpg ? Wel, eum, surprise. De .jpg die uit je camera komt is in feite evengoed een ontwikkeling van de interne foto, maar in plaats dat je zelf aan de schuivertjes schuift in het fotobewerkingsprogramma, heeft één of andere geleerden ingenieur beslist hoe jouw camera voor jouw de foto wilde ontwikkelen...

Tot Slot.

Omdat als je één toertje draait, je terug op hetzelfde punt uit komt, eindigen we dus met de foto waarmee we begonnen zijn. Het is er dan ook eentje met een echte Perseïde er op. Ik heb wat overdreven met de bewerking, je kan namelijk rechtsonder het strooilicht terug zien verschijnen. Boven in het midden zie je aan de heldere ster ook dat de lens wat begon aan te dampen wegens de invallende kou. Om het beeld beter te kunnen oriënteren, eerst een versie waar de dubbele open sterrenhoop van Perseus, het sterrenbeeld Cassiopeia en de Andromedanevel zijn aangeduid.

Slaapwel.

PS. Ik weet het, dit verhaal is veel te lang, maar, geef toe, je ziet niet elke dag de melkweg, Cassiopeia, een UFO, meteoren, Jupiter en een foto van een boom. Dus !



 

 

Cookies

Door gebruik te maken van onze website gaat U akkoord met ons gebruik van cookies. Wij verzamelen geen gegevens via cookies, er zijn enkel website functionele cookies.